De excursie, 4 december, stond onder leiding van Karel Hennequin, die alles uitstekend had georganiseerd. Eerst koffie in het Parochiehuis, vervolgens met de bus naar Haarlem.
“Verlichting” is het thema van dit jaar in het Theologisch Café van de Raad van Kerken. Wat valt er nu nog te bekijken en te beleven aan “De Verlichting” in de 16e eeuw? Op het programma stonden het Teylers Museum en “De Hoofdwacht” waar de Historische Vereniging Haarlem haar thuisbasis heeft. In Haarlem werd de groep in tweeën gedeeld; één groep eerst naar de Hoofdwacht de andere groep eerst naar het Teylers Museum.
In de Hoofdwacht aan de Grote Markt 17 werden we ontvangen door Frans Lantink (historicus) voorzitter van de vereniging en Marjorie Vroom, voorzitter van de jeugdafdeling. De Hoofdwacht is het oudste stenen gebouw van Haarlem. De aanduiding Hoofdwacht verwijst naar de functie die het 13e-eeuwse gebouw had vanaf de 18e eeuw. Het fungeerde als stadswacht voor de schutterij. Vanuit deze centrale post op de Grote Markt werden de stadspoorten geopend en gesloten en werd de openbare orde gehandhaafd. Op de eerste verdieping zijn houten cachotten te vinden, die gebruikt konden worden om dronken mensen te ontnuchteren. Marjorie Vroom, die voorzitter is van de “Werkgroep jonge Muggen”, vertelde op een inspirerende manier dat de vereniging zich de laatste tijd mag verheugen op een toenemende belangstelling bij de jongeren. In de 16e eeuw, na de Reformatie, werd de religie in Haarlem gedomineerd door de notabelen. De St. Bavokerk was de thuisbasis voor de Doopsgezinden. Tegenover de Hoofdwacht staat de St. Bavokerk. Wie goed kijkt, ziet bovenin de kerk een kleine uitkijkpost zitten, net onder de klok. Bij brand of onraad werden alarmklokken geluid en werd de Hoofdwacht direct gewaarschuwd. Een pronkstuk in de Hoofdwacht is een indrukwekkende zeer oude prachtig gerestaureerde kaart met veel details van Haarlem uit de 17e eeuw, van Romeyn de Hooghe.
Na de Reformatie bleef het RK kapittel van Haarlem bestaan. In 1930 is de neogotische “Kathedrale basiliek Sint Bavo” na een bouwtijd van 35 jaar in gebruik genomen.
De lunch werd geserveerd in restaurant Stempels. Het restaurant bevindt zich deels op de oude binnenplaats van de voormalige drukkerij Joh Enschedé; drukker van onze bankbiljetten. Wij zaten in de aansluitende oude stijlkamers van het voormalige woonhuis van de familie Enschedé. Na de prima verzorgde lunch wisselden de groepen.
In het Teylers Museum kregen we een introductie en een rondleiding door mevrouw Kroon. Als aanhanger van de Verlichting, zo vertelde zij, had Pieter Teyler (1702-1778) grote belangstelling voor kunst en wetenschap. Pieter Teyler was een vermogend Nederlandse laken- en zijdekoopman, bankier en filantroop. Beide ouders waren afkomstig uit zeer welgestelde doopsgezinde families. Teylers stamvader was in de 16e eeuw om religieuze redenen vanuit Schotland naar Haarlem uitgeweken. Juist deze achtergrond maakt Teylers museum zo interessant. Er zijn honderden instrumenten en technische opstellingen te zien, zoals een kleine, maar ook een hele grote Elektriseer machine. Je krijgt daar steeds meer respect voor de uitvindingen en ontdekkingen uit die tijd. Er was een tentoonstelling in het prentenkabinet vol wintertaferelen uit de 17de en 18de eeuw, met als titel “echte winters”. Het leek alsof je de kou voelde als je binnen liep. Die winters lijken voorgoed te zijn verdwenen.
Het was een geslaagde dag met dank aan de organisatoren Karel Hennequin, Piet de Wolf en Ton Borst